De 22 deelnemers aan de eerste wandeling in het nieuwe jaar konden kiezen uit twee thema’s: een historische wandeling langs enkele hoogtepunten rond de ingang bij de Oranjekom onder leiding van Clarence en Kees, óf op stap met Huib voor een lange, stevige wandeling naar het infiltratiegebied met de wilde zwanen als doel.

Het fluweelpootje is een echte ‘winterpaddenstoel’. Bij de ingang van de AWD kan je op de beuk goed zien dat het een plaatjeszwam is. Het vruchtlichaam zit zo hoog dat je nauwelijks de fraaie, glanzende hoed van de paddenstoel ziet.
De groep Clarence/Kees liep dezelfde wandeling zoals Tom Puts, natuurgids in de jaren 70 van de vorige eeuw, de wandeling voor Vroege Vogels hield.
‘We ging eerst naar de Oranjekom, waar we de ijsvogel zagen op dezelfde plek als de wandelaars van de zondagmiddagexcursie, een week geleden. Daarna via het Kombos richting Museumduin.
Onderweg vonden we esdoorns met littekens van de grote bonte specht, die in het voorjaar gaatjes hakt om van het esdoornsap te kunnen snoepen. Via het bos rond Museumduin klommen we naar de top van de Pollenberg. Vanaf de top een prachtig uitzicht, je kon zelfs de zee zien. Dat de vos een permanente bewoner is van de duinen zagen we aan een fraaie keutel en aan de sporen in het zand.
‘De wandeling ging verder om het Vogeleiland heen naar de Vogelkijkhut. Toen we net in de hut waren arriveerde een groep wintertalingen. Met het zonnetje in de rug konden we volop genieten van de prachtige kleuren van de mannetjes. Verderop, in het Sprenkelkanaal, zagen we een vrouwtje van de grote zaagbek. Over de Blauwe Weg en langs de Verdeelvijver zijn we teruggelopen naar de ingang, waar we even over elven arriveerden.’

De groep van Huib was pas tegen twaalf uur weer terug, na een stevige doorstap-wandeling van ruim 11 kilometer. Doel was het infiltratiegebied ten zuiden van de ‘duizendmeterweg’ om te zien of er specifieke wintergasten waren: de grote zaagbek en de wilde zwaan. Op enkele plekken werd stilgestaan, maar de meeste informatie werd al lopend gegeven. Helaas moesten de vaste deelnemers Emmy en Sylvia halverwege afhaken. Zij kozen voor een kortere route.
Kenmerkend voor het infiltratiegebied is de invloed van de waterwinning: strak, schoon en efficiënt zijn de kanalen. Het kanaal ten noorden van de duizendmeterweg geeft een veel natuurlijker beeld. Riet en wilgen, en een meanderende waterstroom. Niet heel bijzonder dat we daar de dodaars zagen duiken naar voedsel. En toen we weer doorliepen, werden we getrakteerd op het kenmerkende, hinnekend geluid van deze kleine fuut.
Al snel zagen we een paartje Grote zaagbek, en vervolgens een familie Wilde zwanen. Dat was met de zon vanuit het oosten een schitterend beeld (het was de gehele wandeling trouwens strak blauw met een ideale wandeltemperatuur van circa 10 graden).

Maar voor de zwanen was het blijkbaar nog vroeg: een wilde zwaan was nog bezit toilet te maken. Een goed geordend verenkleed is als watervogel essentieel.

Even verder kruiste een familie Wilde zwanen ons pad. Op hun ‘dooie akkertje’ zwommen ze richting zuid.

Via het Groot zwarteveld liepen we om het Eiland van Rolvers heen langs de nieuw aangelegde oever van de toevoersloot. Aan het eind van de toevoersloot trok een ijsvogel de aandacht van een grote groep vogelaars/fotografen, rustig zittend op een tak boven het water. Het blijft altijd spectaculair om deze blauw/oranje vogel te zien.
We liepen verder en kwamen voldaan terug bij ons vertrekpunt.