Duinflora: Is enig herstel zichtbaar?
Op 10 juli vertrokken twee gidsen (Wilma van den Heuvel en Huib Koel) met 20 mensen in twee groepen om half zes vanaf de ingang Zandvoortselaan. Het was een bewolkte ochtend, droog met een temperatuur van een graad of zestien. Het werd een rondje ‘boven-over-onder-langs’, over de hoge duintoppen in het noordoosten van de Amsterdamse Waterleidingduinen (AWD).
Nadat we eerst van achter het hek langs de Zandvoortselaan bij de Doktersdrift hadden staan ‘turen naar de buren’ liepen we via de Stokmansberg naar het Noordoosterkanaal. Aan de overkant van de AWD, bij de buren, staan allerlei duinplanten volop in bloei die we in het door herten begraasde gebied zo node missen.

Aan de overkant van het kanaal ontdekten we enkele bloeiende exemplaren van het rond wintergroen. Een plantje dat gebonden is aan een speciaal milieu: op een licht humeuze ondergrond, vaak aan de voet van een helling en zo profiterend van de nutriënten die door het water worden meegenomen. Met de beklimming van de Tonneblink werkte de groep aan de conditie.

Onderweg zagen we kleine bloeiende exemplaren van het geel walstro, gewone rolklaver, grote tijm en een enkel slangenkruidplantje. Het lijkt erop dat de resultaten van het beheer van de damherten – weliswaar nog heel pril – zichtbaar worden.

We liepen langs de diverse exclosure’s om het effect te laten zien van overbegrazing. Bij de grote exclosure stonden moderne apparaten opgesteld die insecten registreren door middel van foto-herkenning. Eén binnen en de ander buiten begraasd gebied. De vraag is of deze methode beter werkt dan een entomoloog die lopend door het gebied waarnemingen doet. Daar waar al geruime tijd geen begrazing is, kon je het geel walstro goed ruiken.

De route ‘onderlangs’ liep langs het Renbaanveld met de ‘hangplek’ van jonge aalscholvers. De broedkolonie verplaatst zich al enkele jaren naar het 1e Infiltratiegebied. Een ontwikkeling die nauwlettend in de gaten wordt gehouden in verband met de waterwinning.

Vanaf het eikenlaantje langs het Barnaartkanaal zagen we de honderden nesten van de aalscholver. Op de grond zagen we diverse paddenstoelen: rusula’s, en heksenboter, een slijmzwam. En dat midden in de zomer. Aan het eind bij het watervalletje werd door een deelnemer een ijsvogel gespot.
Beide groepen kwamen na 2,5 uur wandelen (5,5 km) tevreden terug bij de ingang.