Mei 2022

Voor de fraaie voorjaarswandeling om zes uur ’s ochtends vanuit Panneland was veel belangstelling en dat is altijd leuk, ook voor de gidsen. Kees nam 14 personen mee en Clarence gingen met circa 12 personen op pad. Huib had een alternatieve route bedacht (over het gebied van Landgoed Huis te Vogelenzang) en kreeg 10 deelnemers mee.

Huis te Vogelenzang en de familie Barnaart zijn eigenlijk onlosmakelijk verbonden met de waterleidingduinen (AWD) en vandaar dat een wandeling door het omliggende park van het Landgoed eigenlijk niet mag ontbreken.

Ook om het verschil in biotoop te laten zien. Binnen de AWD is bijna geen kruid- of struiklaag meer te zien terwijl die op het Landgoed nog volop aanwezig is. Daar geeft een omgevallen beukenboom nog ruimte voor bosverjonging. Door aanplant of door spontane opschot. In het bos de fantastische zang van diverse bosvogels.

Beukenbomen wortelen niet diep en zijn mede kwetsbaar door aantasting met de honingzwam. Wilde hyacint, Lelietje-van-dalen, Pinksterbloemen, Look-zonder-look, Kruipend zenegroen en Stengeloze sleutelbloemen zijn enkele van de kenmerkende planten. Het bos rook dan ook heerlijk! Echt een wandeling voor op Moederdag.




Foto’s: Hans Cornet en André Dijkstra


Het tweede deel van de wandeling ging langs de sloot van de Vogelenzangse polder om bij de paardeningang de AWD in te gaan. Via de Oosterduinrel en de Lange Hoeken liepen we richting Vinkenveld. Boompieper en Boomleeuwerik en Gekraagde roodstaart zongen volop. In de verte hoorden we een Fitis. Speciale aandacht kreeg de Nachtegaal die vanuit het struweel in de exclosure fraai zat te zingen. Om de Berg van Mikwel lopend – waar de duinhagedis net wakker werd – bereikten we tegen negen uur weer de ingang Panneland.

Zang van de Nachtegaal

Het was voor de groep van Clarence een echte vogelwandeling. Achtereenvolgens: Merel, Nachtegaal, Boompieper, Boomleeuwerik, Gekraagde Roodstaart, Zwartkop, Boomkruiper, Winterkoning, Grote Bonte Specht, Tjiftjaf, Heggemus en verder de verschillende Mezen. Op het eind vloog er ook een Buizerd over in de buurt waar waarschijnlijk z’n nest is.

Ook de groep van Kees hoorden vele nachtegalen, steevast bij een dicht struweel, onder ander op het Eiland van Rolvers. Altijd leuk is de baltsvlucht van de boompieper die als parachute op een boomtop neerkwam. Verder zong een tuinfluiter dwars door het lied van de nachtegaal heen, een koekoek die nu eens dichtbij, dan weer ver weg leek, een gekraagde roodstaart die zich goed liet horen maar niet liet zien, de tjiftjaf die op gang moest komen met zachte prrt-prrt-geluidjes, het was een feest van geluiden.

De jongste deelnemers (van 3 maanden en van 2 jaar) gaven geen kik, tot op de terugweg een vingertje uit de rugdrager kwam: “Meerkoet!” Dat belooft wat, als je in je derde levensjaar al een meerkoet bij naam weet te noemen. Om half negen was gids Kees weer terug bij de ingang met een meer dan tevreden groep wandelaars.